Jan Lodewijks, geboren en getogen Amsterdammer, leerde de Amsterdamse Joke Fafiani kennen toen hij 18 jaar was. Zij trouwden in 1958 waarna Joke als Joke Lodewijks door het leven ging. Van Joke heb ik Jan’s sportleven gehoord en opgetekend.
Jan leerde in de vijftiger jaren een jongen in de buurt kennen die het had over Jiu Jitsu. Hij vroeg Jan eens mee te gaan naar een Jitsu les. Jan werd enthousiast en werd lid van de vereniging. Maar na verloop van tijd sloot Jan Judo in zijn hart en stapte over naar Gé Koning. Jan bleef lid bij sportschool Koning tot hij vanwege zijn werkzaamheden bij de NDSM als elektricien moest verhuizen naar Purmerend. En in die tijd was het reizen van Purmerend naar Amsterdam minder makkelijk dan nu. De trainingen bij Gé Koning werden daarom tijdelijk stopgezet.
Omdat Jan toch verbonden was met de Budosport richtte hij een Judo vereniging op die later door Carel Zappeij werd overgenomen, wat Jan en Carel pas later van elkaar te weten kwamen. Een teken dat de sportwereld klein is in Nederland en ondernemende mensen in de sport elkaar altijd tegenkomen.
Na een aantal jaren in Purmerend gewoond te hebben nam Jan ontslag bij de NDSM en verhuisde met Joke in 1962 terug naar Amsterdam. Daar begonnen de Lodewijkjes een fietsenhandel. Zowel verkoop als reparaties. Tegenover de zaak, in de Jan Mayenstraat, was een judovereniging. Jan ging daar eens kijken en gelijk zijn hand- en spandiensten aanbieden. Omdat dit Jan wel beviel en zijn geliefde sport Judo toch bleef trekken is Jan weer gaan trainen bij Gé Koning op de vrijdagavond.
Begin jaren ’70 werd vernomen dat er ook een andere Budosport in Nederland was geland. Aikido. En nieuwsgierig naar deze sport ging Jan op onderzoek uit. Er werd contact gelegd met Zappeij, Bruins, Rusman en nog een geïnteresseerde waarna de 5 mannen gezamenlijk vertrokken naar Schiedam. Allen in één auto, een DAF bestelbusje, op de zaterdagmiddag om de kosten te drukken.
In het begin van de oprichting van Aikido in Nederland worden de namen Sugano en Tamura genoemd. Namen van Aikido grootheden die een begrip zijn geworden. Jan en consorten hebben dus les gehad van deze grootheden, een vermelding waard.
Dat zowel Jan Lodewijks, Carel Zappeij en Jan Rusman later Aikido zouden uitdragen in Nederland en daarmee de pioniers zouden worden van Aikido, laat zich raden maar was toen nog niet bekend.
Jan zou Jan niet zijn als hij geen streken zou uithalen. Op de rit naar Schiedam deelde hij Bifi-worstjes uit. En nadat Carel de worstjes had opgepeuzeld vroeg hij of ze gesmaakt hadden. “Jazeker” had Carel geantwoord, waarna Jan opmerkte; “Als je de verpakking eraf haalt, zijn ze nog lekkerder”. Een ander keer zei Jan tegen Carel dat hij wel vooruit kon gaan. Carel stapte in de auto en had niet in de gaten dat er een Bouvier in zat die Carel niet kende. Jan was wel zo aardig om op tijd aanwezig te zijn.
Dat Jan een warme persoonlijkheid was blijkt ook wel uit het verhaal dat Jan op een avond wat later thuis kwam. Joke was gepikeerd want ze hadden afgesproken dat Jan wat eerder thuis zou komen omdat Joke weg moest. Toen zij de auto dan ook hoorde vloog ze naar de deur en wilde net uitvaren tegen Jan maar het bleek dat er een japanner voor de deur stond. Een leraar genaamd Suzuki. Voor buitenlandse docenten werd normaal gesproken een hotel geboekt door de organisatie maar dat was dit keer vergeten. Jan loste het probleem op door de heer Suzuki mee naar huis te nemen. Ook de gastvrijheid van Joke spreekt boekdelen. Boosheid was vergeten en alhoewel er geen slaapkamer was ingericht voor de gast werd dit snel in orde gemaakt. En dat de andere dag aan het ontbijt de heer Suzuki jam op zijn ontbijtkoek deed zorgde alleen maar voor verbaasde blikken bij allen zonder dat daar opmerkingen over werden gemaakt. Zolang de gast het maar naar zijn zin heeft.
Aangezien de tijden toen anders waren dan nu, en zeker voor ondernemers, was vakantie een periode dat je er echt even uit moest. Voor de Lodewijkjes was dat één week in het jaar. En zoals een sportman als Jan dat ervoer, moest dat dan gepaard gaan met familie en zo mogelijk ook met sport. Als snel besloten Jan en Joke dat een zomerschool Aikido tot de mogelijkheden kon behoren en al doende werd omgekeken naar de combinatie Frankrijk, camping en Aikido. Zo werden zomerschoolstages gevonden op Ile ‘dOléron in Tarbe en uiteindelijk op de camping bij kasteel Wégimont in Belgie waar zij 25 jaar naar toe zijn geweest. Toen de opmerking geplaatst werd dat er bij het ontbijt een eitje de zaak op zou fleuren, nam Jan de volgende dag de zelf gekochte en gekookte eieren mee naar de eetzaal. Nadat hij in de keuken een glazen schaal had gevraagd en daarin de eieren had gedaan liep hij opzichtig terug naar zijn tafel. Een groot aantal mensen konden zo zien dat hij met gekookte eieren uit de keuken kwam. Dat een aantal gasten dachten eieren te kunnen halen uit de keuken was de bedoeling en lukte dan ook aardig. Ook dit was Jan, gebbetjes maken, maar ook de intensieve training in de ochtend en avond volgen, zodat hij er overdag met het gezin op uit kon trekken.
In die periode is de bijnaam “De Bankschroef” voor Jan Lodewijks en Jan Rusman geboren. Zodra deze mannen iets vast hadden werd het moeilijk om los te komen.
De zomerschoolstages werden gegeven door voornamelijk Japanse en Franse docenten. De japanners waren o.a. Sugano en Tamura, die beiden in 2010 zijn overleden, en de Franse docenten Pellerin en Tiessier die nu nog actief zijn in Aikido. Docenten van naam waardoor een goede basis gelegd werd om Aikido verder uit te dragen. Iets wat Jan dan ook deed.
Nadat Jan Shodan behaalde in 1976 in Schiedam is hij een eigen dojo begonnen. Hij gaf les in Amsterdam, Haarlem en uiteindelijk in Swifterbant. Toen het wat minder werd in Amsterdam nam Jan een aantal leden mee naar Haarlem, maar toen bleek dat dit niet te combineren was, werd terug gegaan naar Amsterdam waar Jan les ging geven in een sporthal in Amsterdam Zuid.
Volgens de anekdote uit het Memorial, legde Jan de volgende technieken als volgt uit;
– Shihonage was “Petje pakken”
– Iriminage was “Pilsje leeggieten”
– Tenchinage was “Kwartje pakken”
Typisch Jan die alles beeldend uit kon drukken om het voor de beginners makkelijk te maken.
Naast de fietsenhandel werd er ook een zaak gestart in de verkoop van budoartikelen. Pakken, banden, sporttassen, matten, boeken etc. werden aan de man gebracht vanuit een tweede winkel genaamd Aiki-Budo. Deze zaak was aan de Willem de Zwijgerlaan in Amsterdam met een oppervlakte van 25 m2 wat te klein bleek te zijn om te fungeren als winkel en opslag. Vandaar dat later uitgeweken werd naar een andere grotere winkel. Deze winkel bestaat nog, heet inmiddels Aiki-Budo Sport / Ronin BV, is gevestigd aan de Burgemeester van Leeuwenlaan 59 in Amsterdam en wordt gerund door de gezinsleden van Jan en Joke.
Omdat het niet eenvoudig was om een tweede winkel erbij te hebben, die weliswaar grotendeels door Joke werd gerund, besloot Jan de fietsenhandel de rug toe te keren. Alle energie werd gericht op de sport. Er werd omgekeken naar een betaalbare oplossing. Die oplossing werd gevonden in Swifterbant rond 1994. Een uurtje rijden vanaf Amsterdam maar het was wel een bedrijfspand met woning erbij. Het bedrijfspand, ofwel loods, werd ingericht als opslag van alle goederen vanwaaruit Amsterdam bevoorraad kon worden naast de verkoop in de loods zelf. Dat er verhuisd moest worden werd voor lief genomen. Het lesgeven zat hem in het bloed en daarom werd er contact gezocht met sportvereniging Swift (later Budo Ryu Kensin) in Swifterbant. Binnen de kortste keren had Jan een Aikidoclub opgezet. Dat het hier niet bij bleef blijkt ook uit het verhaal van deze vereniging. Toen vanuit het bestuur de vraag gesteld werd om “ouderen” valbreken te leren was het Jan die gelijk riep dat wel te willen en kunnen doen. Bij gebrek aan lesruimte werd de loods hiervoor ingericht waar Jan met succes zijn lessen gaf. Zo was Jan, een warme persoonlijkheid. Een mensen mens die altijd klaar stond om te helpen.
Op mijn vraag of Jan nooit kwaad werd op anderen moest Joke lang nadenken. Drie keer zei ze. En altijd zonder agressief te worden maar wel dusdanig dat hij zijn gelijk ging halen. Zijn budo ervaring en zijn houding gaven een uitstraling die duidelijk maakte dat hij niet met zich liet sollen. En zo los je dan ook dingen op. Niet gelijk slaan of schelden, maar op een rustige manier aanspreken. Niet weglopen maar proberen oorzaak en gevolg te bespreken. Gelijk heb ik antwoord op mijn vraag wat Jan nu in Aikido zag. Waarom juist Aikido en waarom niet doorgegaan met Judo? Omdat er geen wedstrijdelement zit in Aikido. Je hoeft geen strijd aan te gaan en kan het op een vreedzame manier beoefenen. En dat was de weg die Jan zo aansprak.
Jan kreeg lichamelijke klachten. Hij werd stram en het opstaan ging wat moeilijker. Op een donderdagavond in 2007 na het lesgeven zette Jan zijn foedraal met wapens in de gang en zei tegen Joke dat dit zijn laatste les was geweest. Hij vond het niet passend en kon het niet verkroppen dat hij niet makkelijk op kon staan. Sterker nog, soms had hij hulp nodig om overeind te komen. En als Sensei hoorde dat niet in de ogen van Jan. Rigoureus als Jan was is hij niet meer op die beslissing teruggekomen. Een beslissing die te respecteren is.
Voor de dierbaren van Jan is Jan veel te vroeg gestorven. Maar de wetenschap dat Jan niet helemaal wilde wegkwijnen zonder te communiceren geeft de kracht om er vrede mee te hebben. En die kracht zie ik terug in Joke. Een warme persoonlijkheid die openhartig over Jan kan praten op een pragmatische manier die ook emoties laat zien.
Voor mij is de kring gesloten. Gestart met Aikido bij Jan die mij de liefde en passie voor Aikido bijbracht. De koppeling gemaakt tussen Jan en Wilko Vriesman, die nu mijn Shihan is en de dojo van Jan heeft overgenomen, en het gesprek met Joke die de levensloop van Jan op sportgebied heeft verteld.
Dat ik Jan mis spreekt voor zich, maar dat doet het voor velen.